|
Getijdestromen
In Zeeland is er iets aparts aan de hand. Vergeleken met de rest van Nederland. Ook op Walcheren merken we dat goed, zowel tussen Westkapelle en Vlissingen als Van Domburg tot Vrouwenpolder. We hebben daar de mondingen van de Westerschelde en de Oosterschelde. Bij die mondingen komen de kusten dicht bij elkaar.
|
Een heel smalle opening, smaller nog dan bij Het Kanaal. Wanneer het water opkomt wordt er een heleboel water die openingen ingeduwd. Vooral bij de Westerschelde is dat enorm.
HW is ruim 4 tot soms 6
meter hoger dan LW. Bij Zandvoort is dat 0,50 meter tot soms 1 meter.
|
Die grote berg water moet in dezelfde tijd langsstromen (ruim 6 uur), daarom is de stroom vele keren sterker dan bij de andere kustprovincies. Ook bij afgaand water moet die vloedberg in zes uur terug het Kanaal en de oceaan in. Omdat de Westerschelde een rivier is komt daar ook nog het rivierwater bij... De stroming bij afgaand water is dan ook nog sterker dan die bij opkomend water.
|
Stroming: richting. Weten we iets over de richting van de eb- en vloedstroom? Jawel, dat de ebstroom de andere kant opgaat dan de vloedstroom. De vloedberg komt vanuit de Oceaan door Het Kanaal de Noordzee in.
In het algemeen gaat de vloedstroom dus van zuid naar noord. Als je op het strand staat en naar de zee kijkt is dat van links naar rechts. En de ebstroom van noord naar zuid, naar zee kijkend van rechts naar links.
|
Let op!!! Bij stranden aan de zuidzijde van een (schier)eiland is dat niet zo. Dus van Westkapelle tot Antwerpen. Of bij Westenschouwen. De vloedberg stroomt de riviermonding in. In de figuur geven de rode pijlen de vloedstroom aan. Je ziet wel dat die vloedstroom afbuigt om de Westerschelde in te stromen. Het oranje poppetje ben jij terwijl je ergens tussen Westkapelle en Vlissingen op het strand loopt.
|
Gaat nu de vloedstroom, als je naar de zee kijkt, van rechts naar links of van links naar rechts langs het
strand? Het is misschien moeilijk te zien in het plaatje, omdat je op zijn kop moet kijken.
Als je daar op het strand staat, met je gezicht naar zee, heb je Westkapelle aan je rechterhand en Vlissingen aan je linkerhand. We hebben het plaatje even gedraaid zodat je het nu ziet zoals daar op het strand.
|
|
De ebstroom
Als het water terug de oceaan in stroomt noemen we dat de ebstroom. Die komt vanuit de Noordzee en gaat richting Het Kanaal. Dus van noord naar zuid. Op het strand gezien van rechts naar links, binnen de banken, zwinnen en muien ook zeewaarts. Maar ook hier geldt: bij zuidstranden zoals tussen Westkapelle en Vlissingen is het ietsje anders. De stroomrichting is dan van links naar rechts, maar hoe dichter je bij Westkapelle komt hoe meer ook de zee in. Dus bij afgaand water niet verder dan je navel de zee in gaan.
Zorg dat je de grond onder je voeten kan raken als je gaat staan.
|
De rode pijlen geven hier de ebstroom weer. Het poppetje ben jij weer, kijkend naar zee. Om beter te begrijpen hoe je dit op het strand tussen Westkapelle en Vlissingen ziet zetten we het plaatje weer op zijn kop: Kijk nu nog eens naar het bovenste plaatje.
Valt je daar op dat als je tussen Vrouwenpolder en Westkapelle zit (aan de noordkant van Walcheren dus), dat dan de ebstroom voornamelijk van rechts naar links gaat zoals in Zuid- en Noord-Holland?
|
|
Waarom vertellen we zoveel over stromingen? Het grote verschil tussen een zwembad en een meer is dat bij een zwembad de kant altijd dichtbij is en als er iets gebeurt je snel geholpen kan worden. Een meer is veel groter, zodra je verder uit de kant gaat kan je minder goed gezien worden. Maar je blijft wel op ongeveer dezelfde plaats en als je op je rug gaat drijven of zwemmen kom je wel bij een kant uit.
De zee is nog veel en veel groter. En er staat vrijwel altijd stroming. Door die stroming blijf je juist niet op dezelfde plaats. Je bent moeilijker te vinden. Erger nog, vaak is de stroming in zee zo sterk dat als je er tegenin probeert te zwemmen je wel moe wordt maar tegelijk toch achteruit gaat. Het is dus belangrijk voor je veiligheid dat je weet welke stroom er staat, en wanneer die extra gevaarlijk is. Zodat je nooit tegen de stroom probeert in te zwemmen. En dat je weet welke kant je wel op kan zwemmen.
Kijk dus altijd op het informatiebord bij de reddingspost en vraag gerust hoe de stroom staat. De strandwachten zullen je graag vertellen hoe het die dag zit.
Hè hè, was dat het? Nee. We hebben nog één ding over het getij te vertellen: springtij. Nee, dat is niet dat de golfjes een gat in de lucht springen. Wat het wel is lees je op de volgende bladzijde.
|
|